De tijger is een solitair dier, waardoor deze dus de enige tijger in zijn territorium is. Een territorium is gemiddeld zo'n 2,5 vierkante kilometer groot. Het systeem is echter net iets ingewikkelder dan dat: de mannetjes hebben een groter territorium, dat vaak overlapt met verschillende territoria van verschillende vrouwtjes. Bovendien zullen moeders soms hun territorium delen met hun vrouwelijke welpen (de mannelijke worden, als ze al niet vertrokken zijn, na een tijd verjaagd door het regerende mannetje).
De verdeling van deze territoria en hun grootte zijn voornamelijk afhankelijk van de beschikbaarheid aan prooidieren. Zo zien we dat de Siberische tijger, die een hele tijd van het jaar doorbrengt in de sneeuw, een veel groter territorium heeft.
De vegetatie en bodem van het territorium kan zeer verscheiden zijn: gaande van droge bossen tot regenwouden en mangrovebossen (maar ze leven vooral in bossen, weinig in open vlaktes). Zelfs in de sneeuw weet de Siberische tijger te overleven. Aangezien een roofdier zijn prooidieren moet volgen, wil dit ook zeggen dat zijn prooien in zeer diverse biotopen voorkomen. Bijgevolg zijn ook hun prooien zeer verscheiden.
De tijger is dan ook verspreid over heel Zuid-Oost Azië. Aangezien de onderverdelingen gemaakt zijn op dit geografische voorkomen, kunt u bij de pagina's van de ondersoorten vinden waar en in welke biotoop zij leven.